EIA-subsidie minstens tot 2028

EIA

Onlangs zijn door de SEO Economisch Onderzoek alle fiscale stimuleringsregelingen geëvalueerd over de periode 2017 tot en met 2021. Hieronder viel ook de Energie Investeringsaftrek (EIA) en de resultaten daarvan zijn recentelijk aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Hierin zijn enkele belangrijke conclusies getrokken welke van invloed gaan zijn op de regeling in de toekomst.

 

Behaalde energiebesparingen

Er wordt veel gebruik gemaakt van de EIA. In de periode 2017 – 2021 zijn er ruim 95.000 aanvragen ingediend, wat gelijk stond aan ruim € 6 miljard aan investeringen in energiebesparende maatregelen. Hiermee werd een geschat fiscaal voordeel gerealiseerd van ongeveer € 712 miljoen. Omdat het voordeel afhankelijk is van de exacte fiscale situatie waarin een ondernemer zich bevind, is dit voordeel moeilijk exact te bepalen, maar gemiddeld genomen bedraagt het ongeveer 12 procent van het investeringsbedrag.

Al deze investeringen vertegenwoordigen een geschatte energiebesparing van 9,7 petajoule per jaar en 0,54 Mton per jaar.

De kosten van deze gerealiseerde besparingen zijn relatief laag vergeleken met andere regelingen. Als er geen rekening wordt gehouden met aanvragers die ook zonder EIA geïnvesteerd zouden hebben (zogenaamde free riders), kost een ton CO2-reductie door stimulering van de EIA € 16. Wordt er voor de free riders gecorrigeerd, dan komt dit uit op € 24 tot € 62 per ton CO2. Vergeleken met bijvoorbeeld de SDE++ is dit zeker doelmatig. Voor de SDE++ geldt namelijk dat een ton CO2 besparing tussen de € 62 en € 291 kost. De kosten per ton CO2 zijn daarmee relatief laag, ook als hierin de uitvoeringskosten van de overheid in meegenomen worden, die in algemene zin als laag gelden voor de EIA.

 

Kritische kanttekening

Uit het rapport, gebaseerd op onder andere enquêtes bij de aanvragers, komt echter ook naar voren dat ongeveer 52% van de aanvragers een investering hoe dan ook gedaan zouden hebben, dus ook als de mogelijkheid van de EIA niet bestond (zogenaamde free riders). Voor deze aanvragers was de extra prikkel dus niet nodig en kunnen vraagtekens gezet worden in hoeverre stimulering noodzakelijk was.

Uit de gegevens blijkt echter dat hier wel een groot verschil zitten tussen het type ondernemer en betreffende technologie. Het blijkt dat vooral in de vroege fase van introductie van een technologie de aanwezigheid van EIA het verschil maakt tussen wel of niet voor deze technologie kiezen. Daarnaast lijken met name bedrijven in de industriesector ongevoelig voor de EIA. Wel wordt opgemerkt dat de aanwezigheid van een techniek op de energielijst bijdraagt aan de attentiewaarde.

 

Toekomst van de EIA

Omdat de EIA kosteneffectief blijkt, zal de regeling ook in de toekomst tot in ieder geval in 2028 blijven bestaan. Echter wil minister Jetten de doelmatig van de regeling wel gaan verhogen door het percentage free riders te verlagen en alleen nog investeringen te stimuleren die anders geen doorgang zouden vinden. Wel wordt er momenteel een kanttekening in algemene zin gezet bij fiscale regelingen, en dus niet alleen de EIA,  en of deze niet moeten worden omgevormd tot directe subsidies.

Wat al wel bekend is, is dat vanaf 2024 het percentage van de investering dat als aftrekpost opgevoerd mag worden in de belastingaangifte, verlaagd gaat worden. In 2023 bedraagt dit nog 45,5%, maar gaat dus dalen. Tot welk percentage is op het moment van schrijven nog niet bekend, maar zal waarschijnlijk bij de presentatie van de miljoenennota bekend gemaakt worden. Daarnaast is het advies om de Energielijst meer te richten op nieuwe technologieën en technieken die met name door het MKB toepasbaar zijn.

 

Aanpassingen in 2023

Voor 2023 zijn er nog enkele wijzigingen aangekondigd voor de energielijst. Projecten voor warmte-infrastructuur, energiebesparingsopties voor de glastuinbouw en CCS-projecten komen dit jaar alsnog in aanmerking voor de EIA.

 

Liggen er plannen klaar om op korter termijn te investeren in energiebesparende maatregelen, is het met het oog op de aangekondigde wijzigingen, raadzaam om nog in 2023 deze investeringen in opdracht te geven. Alleen dan kan er nog van het huidige hoge percentage geprofiteerd worden. De adviseurs van Leap kunnen u hierbij begeleiden en adviseren.

Chris Hogevonder

MEER WETEN?

We helpen u graag verder,
neem contact op met:

CHRIS HOGEVONDER

Senior Consultant

Mail c.hogevonder@leap.nlBel 024-711 33 49